De verwarde dakloze cliënt
Het is december en de meeste van ons hebben in hun warm huis een mooie kerstboom en kerstversiering geplaatst. De economie is gegroeid en we hebben meer te besteden, dus we pakken dit jaar groter uit. We zijn ook al volop bezig met het kerstmenu. Wordt het een degelijke Hollandse pot of iets exotisch? Wie zullen we uitnodigen? Wordt het onze familie, de buren of onze goede vrienden of kennissen? Van al deze vragen die kerst stress opleveren heeft onze dakloze medemens geen last. Neen, hij heeft het veel te druk met basale zaken als waar hij vandaag slaapt, hoe hij geld zal regelen en wat hij vandaag zal eten. Gelukkig is daar de barmhartige mens die tijdens de kerstperiode extra wil zorgen voor de medemens die het slecht heeft. De voedselbank loopt vol van goederen geschonken door scholen, diverse instellingen en de detailhandel die het deze week als kerstpakketten zal verstrekken aan onze medemens die aan de onderkant van de samenleving leeft. Echter, mijn dakloze cliënt die ik gisteren als advocaat bijstond heeft hier helemaal geen weet van. Hij gaf een medewerkster van de dakloze opvang een mep die hiervan aangifte deed. Mijn cliënt, psychisch in de war, stelde dat hij last heeft van schizofrenie en wiet verslaafd is. De reclasseringsambtenaar schreef dat cliënt misschien onder invloed van zijn verslaving een mep had gegeven, maar kon dit niet met zekerheid vast stellen en onthield zich van een strafadvies. Mijn dakloze cliënt had gehoopt dat hij reclasseringscontact opgelegd zou krijgen, zodat hij van zijn problemen zou afkomen. Maar helaas voor hem, dit gebeurde niet. Toch was hij blij dat de rechter hem veroordeelde tot een paar dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een paar dagen voorwaardelijk. Blij zei hij tegen de rechter dat hij hoopte nu eindelijk een keer een degelijke Hollandse pot te krijgen en voor enkele dagen zich geen zorgen hoefde te maken waar hij zal slapen. Het zal me niet verbazen als mijn verwarde dakloze cliënt binnenkort weer een geschikt moment zal uitzoeken om ook zijn voorwaardelijk deel uit te zitten, zodat hij tijdens de kerst er warmpjes bij zit. Op mijn vraag of hij geen familie heeft waar hij terecht kan, zei hij: “Familie, die heb ik wel, maar ik weet niet eens waar ze wonen”. Zo ver is hij afgedreven van zijn familie dat hij waarschijnlijk eenzaam zal sterven. Maar hij zegt gelukkig te zijn.
(36)